Similar Posts
Een Held
Een Belg komt bij Petrus aan de hemelpoort. Petrus vraagt hem of hij tijdens zijn leven op aarde ooit een goede daad gedaan heeft, waardoor hij zonder twijfel in de hemel thuishoort.
“Ik kan mij wel zoiets herinneren”, zegt de Belg. “Ik passeerde een parkeerplaats langs de autosnelweg waar een groep Hell’s Angels bezig waren een paar vrouwen lastig te vallen. Ik riep dus dat ze daarmee moesten ophouden, maar dat hielp niet echt. Toen ben ik op de grootste Hell’s Angel toegestapt, heb hem van zijn motor gesleurd, hem op de grond gesmeten, een slag op zijn neus verkocht en zijn neuspiercing uitgetrokken. Ik heb zijn helm afgetrokken, vol geplast, terug op zijn kop gezet en gezegd dat hij een grote zeiker was. Toen heb ik zijn motor omvergeduwd en ben erop beginnen springen tot die helemaal ingedeukt was en naar de andere Hell’s Angels geroepen: ‘En nu oprotten jullie!'”
Petrus was onder de indruk en vroeg: “Wanneer was dat precies?”
Antwoordt de Belg: “Een paar minuten geleden, denk ik.”
Brief aan God
Een arm vrouwtje schreef een brief aan God, adres “Hemel”, waarin ze 2000 euro vraagt om om haar huurschuld af te betalen. De sorteerders van de Post weten geen raad met het adres en maken de brief open.. Ze zijn zo ontroerd door het lot van het arme vrouwtje, dat ze met de pet rondgaan. Zo halen ze 1800 euro op. Dit bedrag doen ze in een envelop met een briefje van “God” erbij en sturen het terug aan het oude dametje. Een week later ontvangt de Post weer een brief gericht aan God, adres : “Hemel”. Ze maken de brief weer open en lezen: “Lieve God, bedankt voor het geld. Als u nog iets kunt missen, stuur het dan niet meer via de Post, want die rotzakken hebben er 200 Euro uit gepikt…”
Gesnurk
Een handelsvertegenwoordiger, doodmoe, komt aan in een kleine gemeente waar er maar één hotelletje is. Tot overmaat van ramp, alle kamers zijn bezet. Hij smeekt de baas: “Leg me te slapen, eender waar, maar ik moet absoluut kunnen uitrusten.” “Wel”, zegt de hotelier, “ik heb hier een twee persoonskamer waar er maar één bed beslapen is. Als je met die man op een akkoord komt om de kamer en de prijs ervan te delen is dat voor mij goed. Maar, ik verwittig je, hij snurkt geweldig. Het is zelfs zo erg dat alle gasten ‘s morgens hun beklag erover maken.” “Maakt niks uit”, antwoordt de vertegenwoordiger, “ik ben veel te moe.” …De twee mannen komen tot een akkoord en nemen het avondmaal aan dezelfde tafel. ‘s Morgens komt de handelsvertegenwoordiger als eerste de trap af om naar het ontbijtzaal te gaan. Vrolijk fluitend en welgemutst de hotelbaas groetend. “Nou”, zegt deze, “zo welgezind? Heb je goed geslapen? Heeft hij niet gesnurkt?” “Zeker niet”, zegt de vertegenwoordiger, “geen enkel moment.” “Hoe is dat in Godsnaam mogelijk”, zegt de hotelbaas.
“Heel eenvoudig”, zegt de vertegenwoordiger.
“Ik kwam een beetje later dan hem de kamer binnen. Hij lag al op zijn bed. Ik heb hem een kus gegeven op zijn achterwerk en gezegd: Goedenacht, schoonheid. En die kerel heeft de hele nacht recht gezeten in zijn bed om me in de gaten te houden.”
Geen echt bier
Echt bier
Er komen 3 directeuren de kroeg binnen en de directeur van Dommels besteld een Dommels pilsje. De tweede, de directeur van Heineken, besteld een Heineken pilsje.
De derde man, de directeur van Grolsch, zegt tegen de barman geeft mij maar water want als de anderen geen bier drinken neem ik ook geen bier.
Niet genoeg!!
Jefke zit op de stoep met een stok in een hondepoep te roeren.
De postbode komt voorbij en vraagt aan Jefke wat hij aan’t doen is. ‘Een postbode aan het tekenen , zegt Jefke.
Kwaad loopt de postbode door en doet zijn verhaal aan de ‘ Broeders van Liefde’, die een straat verder in hun combi zitten te mediteren.
‘Wacht’, zegt één van de politieagenten, ‘eens zien of hij dat bij ons ook durft !
‘Zij wandelen naar Jefke en vragen : ‘Awel brave jongen, gij zijt toch geen politieagent aan het tekenen hoop ik?
‘Jefke: ‘Nee nee, maak U maar geen zorgen, daar heb ik niet genoeg stront voor….’ .




