Verhuizen

Een wat ouder stel verhuist naar het platteland en ze besluiten om een varkentje te kopen. Ze bouwen een stal en graven een poel. Het varkentje heeft een prachtig leven. Op een dag komt de buurman langs en vraagt of ze het bij dit ene varkentje houden. Ze willen er wel meer maar weten niet wat te doen. De buurman zegt dat hij een kennis heeft die varkens houdt. Daar moeten ze heen om hun varkentje te laten bevruchten. Het is niet ver dus zet de man het varkentje in de kruiwagen en gaat op pad. Bij de boer ‍aangekomen doet de beer zijn werk. De man vraagt hoe hij kan zien of de beer zijn werk goed gedaan heeft. De boer ‍antwoordt: “Als jouw varken morgenvroeg in de poel ligt, is het geslaagd. Staat ze op het droge, dan moet je nog ‘n keer langskomen.” De man gaat naar huis en kijkt de volgende ochtend ️nieuwsgierig uit het raam. Het varkentje staat op het droge….. Hij zet haar weer in de kruiwagen en gaat opnieuw naar de boer. De volgende morgen vraagt de man of zijn vrouw even naar buiten wil kijken. Ze doet de deur open en begint heel hard te lachen. ”Ligt ze in de poel?” vraagt de man blij. “Nee”, zegt de vrouw:

“Ze zit al in de kruiwagen!” 

Similar Posts

  • De Hoed

    Een man zoekt al dagen naar z’n hoed. Uiteindelijk is die niet te vinden. Hij beslist dan maar om zondags naar de kerk te gaan en achteraan plaats te nemen. Tijdens de dienst zou hij dan er vanonder muizen en een van de hoeden nemen die achteraan worden geplaatst. Die zondag gaat hij naar de kerk en zet zich achteraan. De dienst ging over de 10 geboden. De man bleef de gehele dienst zitten i.p.v. vroeger door te gaan en na de dienst gaat hij nog even bij mijnheer pastoor. ‘Vader,’ zegt hij, ‘ik moet wat bekennen. Ik kwam hier vandaag om een hoed te stelen, maar na jouw preek heb ik beslist dit niet meer te doen, waarvoor dank.’ De priester zei hem: ‘God zegene u mijn zoon! Was het tijdens m’n uiteenzetting over: ‘gij zult niet stelen’, dat je het besef kreeg dat je verkeerd zat?’

    ‘Neen,’ zegt de man, ‘het was tijdens je preek over overspel. Toen je daarover begon,  wist ik weer waar ik hem had gelaten.’

  • Gesnurk

    Een handelsvertegenwoordiger, doodmoe, komt aan in een kleine gemeente waar er maar één hotelletje is. Tot overmaat van ramp, alle kamers zijn bezet. Hij smeekt de baas: “Leg me te slapen, eender waar, maar ik moet absoluut kunnen uitrusten.” “Wel”, zegt de hotelier, “ik heb hier een twee persoonskamer waar er maar één bed beslapen is. Als je met die man op een akkoord komt om de kamer en de prijs ervan te delen is dat voor mij goed. Maar, ik verwittig je, hij snurkt geweldig. Het is zelfs zo erg dat alle gasten ‘s morgens hun beklag erover maken.” “Maakt niks uit”, antwoordt de vertegenwoordiger, “ik ben veel te moe.” …De twee mannen komen tot een akkoord en nemen het avondmaal aan dezelfde tafel. ‘s Morgens komt de handelsvertegenwoordiger als eerste de trap af om naar het ontbijtzaal te gaan. Vrolijk fluitend en welgemutst de hotelbaas groetend. “Nou”, zegt deze, “zo welgezind? Heb je goed geslapen? Heeft hij niet gesnurkt?” “Zeker niet”, zegt de vertegenwoordiger, “geen enkel moment.” “Hoe is dat in Godsnaam mogelijk”, zegt de hotelbaas.

    “Heel eenvoudig”, zegt de vertegenwoordiger.

    “Ik kwam een beetje later dan hem de kamer binnen. Hij lag al op zijn bed. Ik heb hem een kus gegeven op zijn achterwerk en gezegd: Goedenacht, schoonheid. En die kerel heeft de hele nacht recht gezeten in zijn bed om me in de gaten te houden.”

  • Doof?

    Twee zestigers praten met elkaar over ouder worden. Zegt Jan : “Het probleem bij vrouwen is dat ze weigeren te aanvaarden dat ze ouder worden Ze gebruiken allerlei trucjes om het te verbergen.” “Je hebt het bij het rechte eind,” zegt Piet. “Ik ken een middel om hen te ontmaskeren. Als je wilt weten of je vrouw hardhorig wordt, ga dan op tien meter van haar vandaan zitten en stel een vraag. Als ze niet antwoordt ga je op vijf meter afstand zitten en stel de vraag opnieuw, dan op twee meter en tenslotte op één meter.” Jan vindt het een schitterend idee en thuis gekomen neemt hij meteen de proef op de som. Terwijl vrouwlief in de tuin de was ophangt, gaat hij op een tiental meter van haar vandaan zitten en vraagt: “Schat , wat eten we deze middag?” Er komt geen antwoord. Hij verkleint de afstand met ongeveer de helft en stelt de vraag opnieuw: “Schat , wat eten we deze middag?” Er komt geen antwoord. Hij komt nog dichterbij zitten en vraagt: “Schat, wat eten we deze middag?” Opnieuw geen antwoord. Hij begrijpt er helemaal niets van, gaat naast haar staan en vraagt luid en klaar: ” Schat, wat eten we deze middag?”

    De vrouw draait zich om, kijkt hem geërgerd aan en antwoordt:  “Voor de vierde keer, kip met friet!”

  • Juiste gereedschap

    Op een morgen komt een man terug van een vistochtje van verschillende uren en besluit om een dutje te doen; ondanks het feit dat ze niet vertrouwd is met het meer, besluit de vrouw toch om de boot van haar man eens te gebruiken. Ze vaart een eindje het meer op, gooit het anker uit, en leest een spannendboek. Plots komt er een man, de terreinbeheerder, langs gevaren met zijn boot. Hij legt naast de boot van de vrouw aan en zegt: ‘Goede morgen mevrouw. Wat bent u aan het doen ?’ ‘Een boek aan het lezen’ antwoordt ze, (meteen denkend: ‘Is dat niet duidelijk ?’) ‘U bent in een Verboden Te Vissen zone’, zo informeert hij haar. ‘Sorry vriend, maar ik ben niet aan het vissen , ik ben aan het lezen’ ‘Ja, maar u hebt al het gereedschap en voor zover ik weet, kunt u er op elk ogenblik mee beginnen; ik moet u een bekeuring geven en uw materiaal in beslag nemen’. ‘Als u dat doet, zal ik u moeten aangeven voor seksuele intimidatie’ zegt de vrouw. ‘Maar ik heb u zelfs nog niet aangeraakt’ zegt de man. ‘Dat is waar, maar u hebt al het gereedschap ervoor bij u en v oor zover ik weet, kunt u er op elk ogenblik mee beginnen ‘, zegt de vrouw. ‘Nog een prettige dag verder mevrouw’, en de terreinbeheerder vertrekt.

  • Het is ook nooit goed

    Kom je te laat op je werk, dan geef je een slecht voorbeeld. Kom je te vroeg, dan ben je een rondneuzer, of blij thuis weg te zijn.
    Blijf je overwerken, dan ben je een uitslover. Ga je op tijd weg, dan heb je geen hart voor de zaak.
    Pleeg je overleg, dan durf je zelf niet te beslissen. Doe je het niet, dan ben je eigenwijs.
    Neem je iemand apart, dan schep je onderonsjes. Doe je het niet, dan ben je onpersoonlijk.
    Ben je aardig, dan wil je de getapte man uithangen. Houd je afstand, dan heb je verbeelding.
    Kom je met nieuwe ideeën, dan ben je een nieuwlichter. Maar als je ze niet hebt, dan gaat er niets van je uit.
    Laat je anderen iets voor je doen, ben je een afschuiver. Pak je het zelf aan, dan ben je eigengereid.
    Hou je je stipt aan de voorschriften, dan ben je lastig. Als je het niet doet, ben je een slappeling.
    Heb je succes, dan heb je geluk gehad. Loopt het mis, dan weet iedereen het je te vertellen.
    Als je er niet meer bent, Dan was je een geweldige kerel!

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *