The Everly Brothers, bestaande uit de broers Isaac Donald (Don) Everly (1937) en Philip (Phil) Everly (1939–2014), vormden een Amerikaans zangduo, dat zijn grootste succes kende in de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw. Ze werden behalve door rock-‘n-roll ook beïnvloed door popmuziek en country. The Everly Brothers zijn vooral bekend geworden door de harmonieuze zangpartijen.
De twee zijn de kinderen van twee countrymuzikanten die hun kinderen al vroeg in contact brachten met de muziek. De gehele familie trad vanaf het midden van de jaren 40 op in een radioprogramma. In het midden van de jaren vijftig trokken de broers naar Nashville, waar ze onder Chet Atkins hun eerste single opnamen, die echter flopte.
In 1960 tekenden de broers voor het jonge Warner Bros. Records. De eerste hit voor Warner was Cathy’s Clown. Meerdere hits volgden, waaronder Lucille, Ebony Eyes en Crying in the Rain. Vanaf 1962 was de piek van commercieel succes voorbij, alhoewel de broers op artistiek gebied alleen maar vooruitgingen. Ze namen in 1966 een album op met the Hollies, Two Yanks in England. Roots uit 1968 is een klassieker, die van grote invloed was op de countryrock.
Overlijden van Phil Everly
Phil Everly overleed op 3 januari 2014 op 74-jarige leeftijd aan de gevolgen van complicaties door emfyseem en bronchitis.
Uit Langeveen kwamen “The Little Stars” die deze week weer op de voorpagina staan. Menig bruidspaar zal terugdenken aan een zeer geslaagde bruiloft waar deze band aan heeft meegewerkt.
Vanaf Maart 2020 tot Oktober 2020 hebben we slechts 4 maal kunnen repeteren i.v.m. de Corona. In Oktober kregen we te horen dat onze drummer Frans Heerink ernstig ziek was. Op 8 november 2020 hebben we op verzoek van Frans Heerink nog één keer samen gespeeld en op 23 november is hij overleden. Sinds die tijd hebben we nog niet weer gerepeteerd en daarmee willen we nu weer beginnen.
Vorige week deelde onze saxofonist Roland Urban mee dat hij stopt met muziek maken omdat zijn fysieke toestand hem dat onmogelijk maakt. Uiteraard vinden wij het ontzettend jammer maar begrijpen het volledig en wij danken hem voor de 50 jaar dat hij bij de Helena’s heeft gespeeld. Wij zullen hem ontzettend missen maar we weten zeker dat hij nog regelmatig bij de repetities zijn gezicht zal laten zien.
Uit bovenstaande valt al op te maken dat de Helena’s doorgaan met muziek maken en daarmee voldoen we aan de wens, die Frans Heerink ons heeft gevraagd, om toch alsjeblieft door te gaan.
Uiteraard weten wij dat we nog vele hobbels moeten overwinnen en we zullen beide mannen ontzettend missen maar wij vinden een weg om onze muzikale hobby te blijven uitoefenen en daarmee blijven de Helena’s bestaan.
Mieke, artiestennaam van Mieke Gijs (Turnhout, 8 mei 1957),
is een Belgische schlagerzangeres.
Jaren 70
Mieke begon al op
jonge leeftijd met zingen. Toen ze elf jaar oud was, deed ze in Arendonk mee
aan haar eerste zangwedstrijd, die ze ook won met een vertolking van Mama van Heintje.
In de jaren hierna was ze veelvuldig actief bij diverse andere zangwedstrijden.
In 1971, op dertienjarige leeftijd, bracht ze op het platenlabel RCA haar
eerste single uit: Susa Nina. Het nummer werd echter geen hit, net
zomin als de volgende singles Tien rode rozen en Fijn
dat jij er bent.
In 1973 werd Mieke in
contact gebracht met Pierre Kartner, alias Vader Abraham, die na zijn
successen met het kindsterretje Wilma op zoek was naar een nieuwe
jonge zangeres. Samen namen zij het duet Wat een prachtige dag op,
een vertaling van de hit What a wonderful world van Louis
Armstrong. De single bereikte de tipparade van de Nederlandse
Top 40. Een jaar later beleefde Mieke haar doorbraak met het door Kartner
geschreven lied Een kind zonder moeder, dat zowel in Vlaanderen als
in Nederland een hit werd. Ook het gelijknamige album werd een succes.
Gedurende het midden
van de jaren zeventig scoorde Mieke nog een aantal hits, zoals Zomertijd, M’n
beste vriendin en Het leger van werkelozen. Dit laatste
nummer was wederom een duet met Pierre Kartner, in samenwerking met het Weesper
Mannenkoor en De Kermisklanten. Met Kartner bleef ze intensief
samenwerken; hij schreef de meeste van haar liedjes en was tevens haar
producer.
In 1976 verscheen het
album Zo tussen dromen en ontwaken. De singles die hiervan werden
uitgebracht hadden echter weinig succes. In 1978 scoorde Mieke wel een hit met
het nummer Charlie Chaplin, afkomstig van haar album Horen
zien en zingen. In 1979 trad Mieke in het huwelijk met BRT-regisseur
Hugo Dewaersegger.
Jaren 80
Toen Pierre Kartner
zich steeds meer ging concentreren op zijn eigen carrière, werkte Mieke korte
tijd samen met Cees de Wit. Begin jaren tachtig werd Dries Holten haar
nieuwe producer. Met hem maakte ze onder andere de singles Dromenland en Als
ik jou niet had, beide van oorsprong Duitse schlagers die geschreven waren
door Ralph Siegel. In dezelfde periode bracht Mieke in Duitsland enkele
Duitstalige singles uit. Dat was niet voor het eerst, want in 1976 had ze ook
al eens een Duitse single gemaakt: Liebe Mutter.
In 1982 werd de
samenwerking met Holten stopgezet en kwam Mieke opnieuw onder begeleiding van
Pierre Kartner te staan. Er volgden enkele jaren zonder grote successen en
midden jaren tachtig werd de rol van Kartner overgenomen door producer Ad
Kraamer. In 1985 bereikte Mieke opnieuw de hitparades met de single Zaterdagavond,
een duet met Dennie Christian. Dit nummer, een cover van Ich komm’
bald wieder van Cindy & Bert, stond zes weken genoteerd in de
Nederlandse Top 40. Gedurende de rest van de jaren tachtig nam Mieke nog
verschillende andere platen op met Christian, later aangevuld met Micha
Marah en/of Freddy Breck. Samen traden zij veelvuldig
op tijdens het Schlagerfestival.
In 1988 bracht Mieke
de single Kom weer terug bij mij uit, een vertaling van het
lied Ne partez pas sans moi, waarmee Céline Dion dat jaar
het Eurovisiesongfestival gewonnen had. Het nummer presteerde echter
matig en ook de volgende singles flopten.
Jaren 90
Onder de hoede
van Roger Baeten, die Ad Kraamer als producer verving, nam Mieke in 1990
de single Vlinders in je buik op, een cover van Chanson
populaire van Claude François. Het nummer werd een hitje in
Vlaanderen en leidde tot een optreden in het televisieprogramma Tien om te
zien. Hierna volgden singles als Vrij als ‘n vogel en Om
je hart te voelen slaan (een cover van Pour un flirt van Michel
Delpech), maar deze haalden de hitlijsten niet.
In 1993 nam Mieke
deel aan Eurosong, de Vlaamse voorronde voor het Eurovisiesongfestival.
Met het nummer Waarom zou er vrede zijn eindigde ze hierbij op
de zevende plaats. Een jaar later bracht ze met weinig succes de singles Soms
is liefde… (een duet met Jo Vally) en Laat me alleen (een
cover van Rita Hovink) uit. Haar album Voor jou verscheen
in 1995. In 1996 ondernam Mieke een tweede poging om voor België naar het
Eurovisiesongfestival te gaan. Tijdens de selectieshow De Gouden
Zeemeermin werd ze met haar nummer Op dit moment echter
uitgeschakeld.
Na het overlijden van
haar man zette Mieke haar carrière tijdelijk op een laag pitje. In 1998 bracht
ze nog wel een album uit met naar het Nederlands vertaald repertoire van Dolly
Parton.
Jaren 00 tot heden
Hoewel grote hits
uitbleven, bleef Mieke na de millenniumwisseling regelmatig nieuwe singles uitbrengen.
Zo verscheen in 2001 Zoiets als liefde, een cover van een nummer
van Michelle. In 2002 nam zij, op aandringen van Pierre Kartner, weer een
duet op met Dennie Christian, getiteld Ik ben verliefd, jij bent
verliefd. Zowel Christian als zijzelf vonden de tekst van het lied
eigenlijk te puberaal, maar de single werd desondanks toch uitgebracht, met een
flop als gevolg.
In 2004 vierde Mieke
haar dertigjarig artiestenjubileum. Ter gelegenheid hiervan werd een album
uitgebracht: Dertig jaar Mieke, het complete hitoverzicht. Behalve
vier nieuwe nummers bevatte dit album ook een dvd. Twee jaar later, in 2006,
dook ze met de single Boom bang-a-bang (origineel gezongen
door Lulu) voor het eerst sinds 1989 weer op in de Nederlandse hitparade.
Dit nummer, waarvoor zij zelf de Nederlandstalige tekst schreef, was afkomstig
van haar album Vliegen als een vogel. Ook Pierre Kartner en Salim
Seghers schreven aan dit album mee.
Samen met Dennie Christian, Christoff en Lindsay bracht Mieke in 2009 een nieuwe versie uit van het nummer Zaterdagavond. Net als in 1985 werd het opnieuw een hit; in de Vlaamse Ultratop bereikte de single de vijfde plaats. In de periode hierna nam Mieke ook materiaal op met andere artiesten, zoals Liliane Saint-Pierre, Bart Kaëll en vooral Luc Van Meeuwen. Met Van Meeuwen nam ze vanaf 2013 verschillende singles op, die in 2016 verschenen op een album. In 2017 volgde de cd Parels, waarvan enkele nummers al eerder op single waren uitgebracht. Dit album bevat ook drie duetten met Bandit.
Corry en de Rekels was een Nederlandse muziekgroep rond zangeres Corry Konings. De groep is vooral bekend van de hit Huilen is voor jou te laat.
In 1968 werd Corry Konings ontdekt door Ries Brouwers. Konings was destijds zeventien jaar en werkzaam als kapster. Daarnaast zong ze al twee jaar bij de groep De Mooks. Een lokale platenhandelaar had haar horen zingen en haar voorgesteld aan Pierre Kartner. Konings zong op dat moment bij het dansorkest De Rekels dat bestond uit gitarist Jacques Wagtmans, bassist-sologitarist André de Jong, accordeonist Jos van Zundert en drummer Kees Dekkers. Konings werd in 1973 vervangen door Hanny (Hanny en de Rekels), die later een succesvolle solocarrière zou uitbouwen onder de naam Hanny. De eerste single die Corry en de Rekels in 1969 uitbrachten was Vaarwel, ik zal geen traan om je laten en kwam in de Veronica Top 40 tot de 22e plaats. In Vlaanderen bereikte het zelfs de zesde plaats. De tweede stem in het nummer wordt ingezongen door Pierre Kartner. Dit zou hij bij alle singles van Corry en de Rekels blijven doen. Na Mijn stil verdriet kwam in 1970 het grote succes met Huilen is voor jou te laat. Dat nummer kwam tot #5 in de Top 40 en stond 42 weken genoteerd, wat voor die hitlijst destijds een record was. Het record hield ruim 43 jaar stand, totdat Pharrell Williams het in 2014 verbrak met zijn single Happy. In de Hilversum 3 Top 30 stond Huilen is voor jou te laat 19 weken genoteerd en kwam het tweemaal opnieuw binnen in de lijst. In datzelfde jaar werd drummer Kees Dekkers vervangen door Frans Castelijn hij werd in 1972 opgevolgd door drummer Rob Kraak.
Corry en de Rekels hadden daarna nog hits met Rozen die bloeien, Zonder het te weten, het kerstnummer Hoog daar aan de hemel, Igorowitsch en Dagen en nachten. In 1972 verliet Konings De Rekels om een succesvolle solocarrière te beginnen. Tot 1988 trad ze op onder de naam Corry en daarna onder haar volledige naam: Corry Konings. Haar grootste solohits waren Ik krijg een heel apart gevoel van binnen, Adios amor en Mooi was die tijd.
Toen Konings in 2004 35 jaar in het vak zat, organiseerde ze een reünie met De Rekels. Naar aanleiding van deze reünie verscheen het album Na 35 jaar met nieuwe nummers geschreven door Pierre Kartner, Henk van Broekhoven, Jheron van der Heijden en andere bekende tekstschrijvers. Het rekelssoundje was nog steeds duidelijk aanwezig. In 2007 verscheen een dvd met oude en nieuwe fragmenten van Corry en de Rekels en Konings’ solocarrière.
De leden van de oorspronkelijke band waren Corry Konings (1969-1972), Jacques Wagtmans (1969-1972), André de Jong (1969-1972), Jos van Zundert (1969-1972), Rob Kraak (1971-1972), Kees Dekkers (1968-1969) en Frans Castelijn (1969-1971). Deze waren allen op enig moment deel van de reünieband.
Op 29 december kreeg ik onverwachts maar zeer welkom bezoek van Waldemar (Sohni) Mätzke uit Lage. In korte tijd heeft hij veel verteld over zijn verleden als muzikant en in welke band hij heeft gespeeld zoals o.a. Alexis, Sunflower en Die Beliebten Teddy’s. Deze laatste band speelde in dezelfde tijd bij Schiewink in Uelsen als wij De Helena’s. Wij speelden om de 14 dagen op zaterdag en Die Beliebten Teddy’s spelden de andere weken op zondag. We hebben afgesproken dat ik binnenkort naar Lage ga en een bezoek breng aan Sohni Mätzke om nog meer muzikale verhalen te horen en nog wat foto’s te scoren. Later komen wij hier zeker op terug.
Vlnr: Peter Dobbrunz; Elektronisch Akkordeon, Detlef Mätzke, Sohni Mätzke; Gitaar, Fritz Schulz; Drum